De Japanse munt is in de afgelopen dagen flink opgelopen ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De dollar was woensdag 80,80 yen waard, iets meer dan de laagste stand ooit van 79,75 yen die in 1995 werd bereikt.

De Japanse autofabrikanten zijn sterk afhankelijk van de export. Door een duurdere yen worden de auto’s duurder in het buitenland. Toyota zal het hardst geraakt worden, denken analisten. Het grootste autoconcern ter wereld maakt 38 procent van de totale productie in Japan. Meer dan de helft daarvan gaat naar buitenlandse markten.

Verhoogde productie

Nissan maakt 24 procent van zijn auto’s in Japan, en Honda produceert 22 procent van het totaal in het thuisland. De Amerikaanse bank Goldman Sachs raamt de schade van de stilgelegde productie voor Toyota op 6 miljard yen (52 miljoen euro) per dag en voor Nissan en Honda op 2 miljard yen per dag.

Toyota zei maandag dat het circa 40.000 auto’s minder heeft geproduceerd door de tijdelijke stop. Goldman Sachs gaat er echter vanuit dat die schade kan worden ingelopen door de productie te verhogen zodra de fabrieken weer kunnen draaien. De fabrieken van de drie fabrikanten zijn niet of nauwelijks beschadigd door de aardbeving en de daarop volgende tsunami.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl